• 200 gram bittere chocolade
• 1 borrelglas cognac of koffielikeur
• 50 gram boter
• 8 chocoladekoekjes
• 3 eieren
• 50 gram suiker
• ¼ liter slagroom
• 1 eetlepel cacaopoeder
• 6 halve peren uit blik
• ⅛ liter slagroom
• 4 eetlepels advocaat

Bereiding:

1. Bekleed een met koud water omgespoelde cakevorm langs de zijden met gladfolie en laat het aan beide kanten een stuk overhangen.
2. Smelt de in blokjes gebroken chocolade au bain marie of in de magnetron met de cognac of de koffielikeur (zie tip).
3. Roer de boter door de gesmolten chocolade.
4. Doe de koekjes in een plastic zak en verkruimel ze grof door er met de bodem van een steelpan op te slaan.
5. Scheid de eieren in dooiers en witten. Klop de eierdooiers met de suiker tot een licht en luchtig mengsel. Klop er de gesmolten chocolade door.
6. Klop de 1/4 liter slagroom met het cacaopoeder bijna stijf. Klop de eiwitten stijf.
7. Spatel eerst de slagroom, daarna de verkruimelde chocoladekoekjes en ten slotte het eiwit door het chocolademengsel.
8. Schep het mengsel in de voorbereide cakevorm en zet de afgedekte vorm minstens een nacht in de diepvries.
9. Zet de vorm circa 30 minuten voor het serveren uit de diepvries in de koelkast.
10. Snijd de uitgelekte halve peren tot waaiers.
11. Klop de ⅛ liter slagroom met de advocaat tot een dikke vanillesaus.
12. Stort de chocoladeparfait op een plank en snijd met een telkens in heet water gedompeld mes in plakken van ca. 2 cm dik.
13. Leg de plakken op de bordjes. Garneer met de waaiervormig gesneden peren en een schepje vanillesaus.

Tips:

• Doe de chocolade met de cognac of de koffielikeur in een kom die op een steelpan past waarin een laagje water tegen de kook wordt gehouden. Let op dat de bodem van de kom het water niet raakt. Het zal ongeveer 10 minuten duren voor de chocolade gesmolten is. Of doe de gebroken chocolade met de drank in een schaaltje en zet dat circa 3 minuten op 400 watt in de magnetron.

Wijnadvies:

• Schenk bij dit nagerecht een glaasje Port of Madera.

• 500 gr stevige appels (bijvoorbeeld Jonagold of Elstar)
• 25 g boter
• 3 eetlepel calvados of cognac
• 25 gr suiker
• 50 gr rozijnen
• 1 theelepel kaneel
• 75 gr bloem
• snufje zout
• 1 zakje vanillesuiker
• 25 gr poedersuiker
• 2 eieren
• 1 dl melk

Voor de saus:

• ⅛ liter slagroom
• 2 eetlepels koffieroom
• 3 eetlepels advocaat
• 1 eetlepels basterdsuiker
• 2 eetlepels geschaafde amandelen

Bereiding:

1. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in dunne partjes.
2. Smelt de boter en bak hierin de appelpartjes lichtbruin.
3. Voeg calvados, suiker, rozijnen en kaneel toe. Laat het appel-rozijnen-mengsel afkoelen.
4. Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een ovenschaal (20 x 20 cm) of een springvorm Ø 22 cm in.
5. Zeef de bloem. Voeg zout, vanillesuiker, poedersuiker en eieren toe. Klop dit tot een dik beslag.
6. Schep de appelpartjes en rozijnen uit de pan en leg ze in de ovenschaal.
7. Vul het appelvocht aan met melk tot 2 dl. Roer het door bet beslag en schenk dit in de vorm.
8. Bak de clafoutis in het midden van de oven in 25 à 30 minuten goudbruin.
9. Meng voor de saus de slagroom met de koffieroom, advocaat en basterdsuiker. Klop dit mengsel lobbig.
10. Rooster de amandelen goudbruin in een droge koekenpan. Strooi ze over de clafoutis en presenteer de advocaatsaus erbij.

Info:

Clafoutis staat voor een dessert afkomstig uit de Franse Limousin. Oorspronkelijk werd dit gerecht gemaakt van zwarte kersen waarover een vrij dik flensjesbeslag werd gegoten waarna het in een matig hete oven werd gebakken. Voor een clafoutis zijn er trouwens, zoals uit het recept blijkt, talloze variaties denkbaar; van traditionele zwarte kersen tot allerlei andere vruchten. Het woord is afkomstig uit het dialect van de Limousin: clafir wat zoveel als ‘vullen’ betekent.

Wijnadvies:

• Heerlijk verfrissend smaakt een Splätlese of Auslese van Rijn of Moezel. De juiste schenktemperatuur is 9 tot 11°C.

Bron: Boodschappen 3 – 2001
Bereidingstijd: 40 minuten

• 2 perssinaasappels
• 2 eetlepels geraspte sinaasappelschil
• 3 eetlepels rum of cognac
• 1 liter slagroom
• 4 eetlepels suiker
• 1 rol volkoren biscuitjes (circa 20 stuks)
• cacaopoeder

Bereiding:

1. Pers de sinaasappels uit. Doe het sap in een kom. Laat de sinaasappelrasp een uur in het sap weken. Schep de schilletjes eruit en leg ze in rum of cognac. Zet een langwerpige platte schaal klaar.
2. Klop de helft van de slagroom met de helft van de suiker stijf. Doop elk koekje heel kort in het sinaasappelsap. Zorg dat de koekjes heel blijven.
3. Besmeer één kant met een dunne laag slagroom. Plak hier een even in het sap gedoopt koekje, eveneens aan één kant met slagroom gesmeerd met de onbesmeerde kant tegen aan.
4. Maak 2 of 3 stapeltjes. Ga zo door tot alle koekjes zijn verwerkt. Leg de stapeltjes horizontaal op een schaal en druk de verschillende stapeltjes tegen elkaar aan. Er ontstaat nu een ‘boomstam’ van koek.
5. Klop de rest van de slagroom met de overgebleven suiker stijf. Besmeer de boomstam met behulp van een paletmes of een breed mes rondom met de slagroom.
6. Zet de boomstam afgedekt met folie in de koelkast. Bestrooi hem vlak voor het opdienen met sinaasappelrasp en een beetje cacaopoeder.
7. Garneer de boomstam eventueel met decoratiechocola. Snijd de rol aan tafel met een scherp mes in stukken.

Tips:

• Van dit gerecht kunnen ook éénpersoons boomstammetjes worden gemaakt. Verdeel het aantal biscuitjes in vieren of zessen en volg de aanwijzingen in het recept.
• Maak een dikke boomstam: vervang de volkoren biscuitjes door jodenkoeken.

Wijnadvies:

• Kies voor een zacht type Monbazillac. Zijn fijne zoetheid zal naadloos aansluiten bij de boomstam die hier beschreven wordt (9-11ºC).

Bron: Boodschappen 11 – 2004
Bereidingstijd: circa 25 minuten

• 4 flensjes, klaar gekocht of zelf gebakken
• 2 grote of 3 kleine goudreinetten
• 3 eetlepels rozijnen
• 1 eetlepel custardpoeder of bloem
• 2 eetlepels bruine basterdsuiker
• 2 tot 4 eetlepels cognac
• mespunt kaneel

Bereiding:

1. Snijd de geschilde appels in blokjes. Doe de appel met de rozijnen in een kom en schep er het custardpoeder of de bloem, de basterdsuiker, de cognac en de kaneel door. Zet afgedekt een paar minuten op de hoogste stand in de magnetron en laat nagaren.
2. Warm de flensjes eveneens op in de magnetron. Verdeel de appelvulling over de flensjes en vouw ze dubbel.
3. Geef er desgewenst nog een bolletje vanille- of kaneelijs bij en garneer met slagroom uit de spuitbus of versgeklopte slagroom.

Tips:

• De cognac kan worden vervangen door calvados.

Bron: Boodschappen 8 – 1997 / recept van Petra van IJzerdoorn
Bereidingstijd: ca. 10 minuten