• 2 schijfjes ananas (uit blik)
• 1 kiwi
• 50 gram bloem
• zout
• 1 losgeklopt ei (groot)
• 150 ml  melk
• 1 eetlepel vloeibare margarine
• 100 ml slagroom
• 2 eetlepels suiker
• poedersuiker
• 4 kopjes espresso
• 1 bak Hertog Puur Droomijs

Bereiding:

1. Snijd de ananas in kleine stukjes. Schil de kiwi en snijd deze in plakjes. Klop de melk, het ei en de bloem met een snufje zout tot een glad beslag zonder klontjes. Roer de helft van de ananas door het beslag.
2. Verwarm een klein scheutje vloeibare margarine in een kleine koekenpan. Schep ¼ van het beslag in de pan en bak er een flensje van dat aan beide kanten lichtbruin is. Bak op deze wijze 4 flensjes en bewaar deze op een bord. Klop de slagroom met de suiker lobbig en roer de rest van de ananas erdoor.
3. Zet 4 hoge glaasjes klaar en schep in elk glaasje een minibolletje Puur Droomijs. Verdeel de plakjes kiwi en de ananasroom over de hoge glaasjes.
4. Zet 4 grote platte borden of rechthoekige schalen klaar. Leg op elk bord een flensje en bestrooi deze licht met poedersuiker. Schep een mini bolletje Puur Droomijs op het flensje en klap dicht.
5. Zet 4 espressokopjes klaar en schep in elk kopje een minibolletje Puur Droomijs. Schenk hete espressokoffie over de ijsbolletjes in de kopjes.
6. Verdeel de glaasjes en de espressokopjes over de 4 borden en serveer het dessert direct.

Tips:

• Je kunt ook verse ananas gebruiken voor dit recept.
• Puur Droomijs kan evt. vervangen worden door ander Chocolade-ijs (bijv. Drie Chocolades van Hertog).
• De drie onderdelen van dit dessert kunnen ieder afzonderlijk als dessert-amuse gebruikt worden.

Bron: geïnspireerd door Hertog IJs
Bereidingstijd: ca. 35 minuten

• 250 gram zachte boter
• 250 gram witte basterdsuiker
• 12 eieren
• 150 gram bloem
• 2 eetlepels cacaopoeder
• 1 zakje vanillesuiker
• ¾ eetlepel koek- en speculaaskruiden

Benodigdheden:

• Springvorm met een doorsnede van ca. 20 cm

Bereiding:

1. Klop in een kom de boter en de suiker met de handmixer in ca. 10 minuten tot een romig geheel.
2. Splits de eieren in dooiers en eiwitten (6 eiwitten apart houden). Klop één voor één de 12 eidooiers door het botermengsel. Spatel de bloem er voorzichtig doorheen.
3. Klop in een andere kom 6 eiwitten stijf (de andere eiwitten worden niet gebruikt).
4. Spatel de stijfgeklopte eiwitten voorzichtig door het beslag.
5. Doe de helft van het beslag in een andere kom en meng hier de cacaopoeder door.
6. Meng door de andere helft van het beslag de vanillesuiker en de koekkruiden.
7. Verwarm de gril voor en vet de springvorm in.
8. Schep 2-3 eetlepels van het koekbeslag in de vorm en strijk deze, met de bolle kant van een lepel, uit over de bodem tot een dun laagje van ca. 3 mm dik.
9. Zet de vorm ca. 15 cm onder de gril en laat het beslag in ca. 2 minuten stollen.
10. Schep vervolgens 2-3 eetlepels chocolade beslag erop en strijk deze uit tot een dun laagje van ca. 3 mm.
11. Zet de vorm weer onder de gril en laat het laagje in 2 minuten stollen.
12. Ga op dezelfde wijze verder met het koekbeslag bouw de spekkoek op totdat al het beslag op is. Eindig met een laagje chocoladebeslag.
13. Schakel de gril uit en laat de spekkoek nog ca. 10 minuten in een open oven staan. Laat de koek in de vorm afkoelen.

Tip:

• Laat de koek nog 1 dag staan voor een extra lekkere smaak!
• Voeg een halve theelepel gemalen kruidnagel toe aan het blanke beslag voor een iets pittigere smaak.

Bron: Eigen recept geïnspireert op het recept uit AH Recepten Indonesië
Bereidingstijd: ca. 2 uur
Voedingswaarde: ca. 465 kCal per portie

• 150 gram boter
• 225 gram bloem
• 40 gram witte basterdsuiker
• 1 eidooier
• ca. ½ dl water
• 50 gram hazelnoten
• 50 gram boter
• 75 gram bruine basterdsuiker
• 1 theelepel kaneelpoeder
• 4 stevige appels, liefst met steel
• 2 eetlepels citroensap
• 1 ei
• 2 dl slagroom
• 2 eetlepels gembersnippers op siroop of gesnipperde gemberbolletjes

Bereiding:

1. Snijd de boter met twee messen door de bloem tot fijne kruimels. Schep de witte basterdsuiker erdoor.
2. Kluts de eidooier met de helft van het water, voeg dit mengsel bij de bloem, suiker en boter en kneed er een stevig deeg van. Voeg als dit te stijf is de rest van het water toe. Leg de deeg bol daarna minimaal 15 minuten in de koelkast.
3. Verwarm de oven voor op 200°C.
4. Hak de hazelnoten fijn en rooster ze in een droge hete koekenpan goudbruin.
5. Meng ze met 50 g boter, bruine basterdsuiker en kaneelpoeder.
6. Schil de appels, laat de stelen eraan. Boor de klokhuizen er vanaf de onderkant uit zodat de steel aan de appel blijft en be
   sprenkel de appels met citroensap.
7. Schep de hazelnootvulling in de holtes.
8. Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een lap van ca. 30×30 cm.
9. Snijd de deeglap in 4 vierkanten en zet op ieder vierkant een gevulde appel.
10. Bestrijk de deeg randen met water. Vouw de deeglapjes vanaf de punten omhoog tot aan de appelsteel.
11. Druk de deegranden met duim en wijsvinger samen zodat de appels goed bekleed zijn.
12. Vorm van restjes deeg blaadjes en plak deze met water bovenop de appels. Bestrijk het deeg met losgeklopt ei.
13. Zet de appels op een ingevette bakplaat en bak ze in het midden van de oven goudbruin en gaar in 25-30 minuten.
14. Let erop dat het deeg niet te donker wordt. Serveer ze warm met lobbig geklopte slagroom waaraan de gembersnippers zijn toegevoegd.

Tips:

• Om tijd te besparen kunnen de appels ook bekleed worden met een lapje diepvriesbladerdeeg.
• Het is extra lekker om 2 eetlepels cognac of calvados aan de vulling toe te voegen.

Wijnadvies:

• Hierbij smaakt de intense weelderigheid van een zoete muskaatwijn uit het zuiden van Frankrijk. Muscat de Baumes de Venise, de Rivesaltes, of de Frontignan. Schenk ze in kleine glaasjes (9-11°C).

Bron: Boodschappen 1 – 2005
Bereidingstijd: circa 60 minuten
Voedingswaarde per persoon: 1051 kcal

• 1 pak mix voor Sachertorte (of basisrecept zoals hieronder)
• 150 gr boter
• 4 eieren
• 5 eetlepels koud water
• 150 gr in mooie papiertjes verpakte chocoladepaaseitjes of een andere paasversiering zoals kuikentjes van suiker kleine haasjes van chocola, e.d.

Ingrediënten basisrecept:

• 175 gr bittere chocola
• 6 eieren
• 160 gr boter
• 160 gr suiker
• 160 bloem
• 1 zakje vanillesuiker
• circa 8 eetlepels abrikozenjam

Voor de glazuur:

• 150 gr poedersuiker
• circa 3 eetlepels water
• 2 eetlepels cacao

Bereiding:

1. Volg de aanwijzingen op de verpakking van de Sachertortemix of maak de taart volgens het basisrecept hieronder.
2. Druk de paaseitjes (of andere versiering) in de nog warme laag chocoladeglazuur. De versiering zit vast zodra de chocoladelaag is gestold.

Bereidingstijd: circa 15 minuten (zonder oventijd)

Bereiding basisrecept:

1. Breek de chocola in stukjes. Splits de eieren.
2. Smeer bodem en zijkanten van een springvorm (Ø ca. 22 cm) in met boter. Verwarm de oven voor op 180°C.
3. Klop de eiwitten stijf met 60 g suiker. Smelt de chocola au bain marie. Roer de boter en 100 g suiker door de chocola tot een schuimig mengsel.
4. Voeg één voor één al roerend de eidooiers toe. Spatel er de stijfgeklopte eiwitten door. Roer de bloem en de vanillesuiker door dit mengsel. Stort het mengsel in de springvorm.
5. Bak de taart in ongeveer 45 minuten gaar. Laat iets afkoelen en snijd de randen los van de springvorm. Verwijder de rand van de springvorm. Laat de taart afkoelen.
6. Snijd de taart met behulp van een groot mes horizontaal doormidden. Besmeer de onderste helft met abrikozenjam. Leg de bovenste helft er weer op.
7. Maak nu de chocoladeglazuur waarmee de taart, inclusief de randen, wordt besmeerd. Doe de poedersuiker en de cacao in een kom. Roer er beetje bij beetje water door.
8. Schep de glazuur, zodra het mengsel smeerbaar is geworden, op het midden van de taart. Verspreid de glazuur met een mes of spatel over de taart.

Tips:

• In plaats van de traditionele abrikozenjam kan de taart ook gevuld worden met bijvoorbeeld aarbeienjam of marmelade.
• Versier de taart met gepelde ongezouten walnoten die in de nog vochtige glazuur worden gedrukt.

Bron: Boodschappen nummer 3 – 2001
Bereidingstijd: 30 minuten (oventijd niet meegerekend)

• 500 gr stevige appels (bijvoorbeeld Jonagold of Elstar)
• 25 g boter
• 3 eetlepel calvados of cognac
• 25 gr suiker
• 50 gr rozijnen
• 1 theelepel kaneel
• 75 gr bloem
• snufje zout
• 1 zakje vanillesuiker
• 25 gr poedersuiker
• 2 eieren
• 1 dl melk

Voor de saus:

• ⅛ liter slagroom
• 2 eetlepels koffieroom
• 3 eetlepels advocaat
• 1 eetlepels basterdsuiker
• 2 eetlepels geschaafde amandelen

Bereiding:

1. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in dunne partjes.
2. Smelt de boter en bak hierin de appelpartjes lichtbruin.
3. Voeg calvados, suiker, rozijnen en kaneel toe. Laat het appel-rozijnen-mengsel afkoelen.
4. Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een ovenschaal (20 x 20 cm) of een springvorm Ø 22 cm in.
5. Zeef de bloem. Voeg zout, vanillesuiker, poedersuiker en eieren toe. Klop dit tot een dik beslag.
6. Schep de appelpartjes en rozijnen uit de pan en leg ze in de ovenschaal.
7. Vul het appelvocht aan met melk tot 2 dl. Roer het door bet beslag en schenk dit in de vorm.
8. Bak de clafoutis in het midden van de oven in 25 à 30 minuten goudbruin.
9. Meng voor de saus de slagroom met de koffieroom, advocaat en basterdsuiker. Klop dit mengsel lobbig.
10. Rooster de amandelen goudbruin in een droge koekenpan. Strooi ze over de clafoutis en presenteer de advocaatsaus erbij.

Info:

Clafoutis staat voor een dessert afkomstig uit de Franse Limousin. Oorspronkelijk werd dit gerecht gemaakt van zwarte kersen waarover een vrij dik flensjesbeslag werd gegoten waarna het in een matig hete oven werd gebakken. Voor een clafoutis zijn er trouwens, zoals uit het recept blijkt, talloze variaties denkbaar; van traditionele zwarte kersen tot allerlei andere vruchten. Het woord is afkomstig uit het dialect van de Limousin: clafir wat zoveel als ‘vullen’ betekent.

Wijnadvies:

• Heerlijk verfrissend smaakt een Splätlese of Auslese van Rijn of Moezel. De juiste schenktemperatuur is 9 tot 11°C.

Bron: Boodschappen 3 – 2001
Bereidingstijd: 40 minuten

• 1 liter slagroomijs
• 75 gram paneermeel
• 300 gram gepelde hazelnoten, fijngemalen
• 2 theelepels kaneelpoeder
• 8 eetlepels bloem
• 6 eiwitten, losgeklopt
• olie om te frituren (bijvoorbeeld zonnebloemolie, ca. 2 liter)
• poedersuiker
• zout
• 2 appels (jonagold)
• bakpapier

Bereiding:

1. Schep 6 bollen ijs en leg ze op een groot plat bord, bekleed met bakpapier. Zet de ijsbollen 1 uur in de diepvries.
2. Strooi de paneermeel, hazelnoten en kaneel in een diep bord. Doe de bloem (met een snuf zout) en de, met 1 eetlepel poedersuiker losgeklopte, eiwitten elk apart in 2 andere diepe borden.
3. Rol de ijsbollen een voor een door de bloem en dan door het eiwit en het paneermengsel.
4. Leg de ijsbollen terug op het bord en laat ze weer 1 uur goed aanvriezen.
5. Maak intussen de appelchips. Verwarm de oven voor op 125 °C. Verwijder met een appelboor het klokhuis van de appels en schaaf of snijd hem in dunne plakjes. Verdeel de appelplakjes over de bakplaat en bak ze (eventueel in porties) in de voorverwarmde oven in 1-1½ uur (afhankelijk van de dikte) droog en krokant.
6. Herhaal de paneerlaag en laat het ijs weer minimaal 1 uur aanvriezen. Zorg dat de ijsbollen rondom goed gepaneerd zijn, zodat het ijs niet kan lekken tijdens het frituren.
7. Verwarm de olie tot 175 °C. Frituur de ijsbollen (maximaal 2 per keer) in maximaal 1 minuut rondom goudbruin en krokant. Laat ze uitlekken op keukenpapier en leg ze op 8 borden.
8. Garneer elk bord met plakjes appelchips. Bestrooi de borden met een (thee)zeefje met poedersuiker.

Tips:

Let er bij het vriezen op dat de bollen los van elkaar liggen zodat de paneerlaag niet beschadigd.

Paneer de bollen ijs eventueel met twee personen zodat het snel gaat en het ijs geen kans krijgt om tijdens het paneren te smelten.

Wijntip:

Lekker met een glaasje appelcider.

Bron: Allerhande 13 – 2007
Bereidingstijd: ca. 30 minuten + 3 uur vriestijd
Voedingswaarde per persoon: ca. 635 kCal

• 200 gram aardbeien
• 200 gram frambozen
• 200 gram bosbessen
• 2 dl slagroom
• 50 gram suiker
• 100 gram mascarpone
• poedersuiker

Voor amandelgaletten:

• 100 gram eiwit (van ca. 4 eieren)
• 100 gram geschaafde amandelen
• 100 gram suiker
• 20 gram bloem
• 25 gram gesmolten boter
• klontje boter om de bakplaat in te vetten

Bereiding:

1. Verwarm de oven voor op 180ºC. Maak de vruchten schoon.
2. Klop de slagroom met de suiker bijna stijf en spatel de mascarpone erdoor.Zet dit koel weg.
3. Klop voor de amandelgaletten het eiwit los met een vork.
4. Meng de amandelen, de suiker en de bloem door elkaar en roer dit mengsel door met eiwit.
5. Voeg de gesmolten boter als laatste toe. Vet de bakplaat licht in met boter.
6. Druk met een vork het amandelmengsel in 12 rondjes van 10 cm doorsnee zo dun mogelijk op de bakplaat. Houd voldoende afstand van ze lopen nog iets uit tijdens het bakken.
7. Zet de bakplaat in het midden van de oven. Blijf erbij staan en neem de bakplaat uit de oven als de koeken goudbruin zijn.
8. Steek met een paletmes de koeken van de plaat en leg ze plat op een plank om af te koelen. In het begin zijn ze nog erg slap maar ze worden snel krokant.
9. Schep aan de rand van het bord een lepel mascarponeroom.
10. Zet er een amandelgalet tegenaan en zet deze vast met weer een lepel room.
11. Herhaal dit totdat er 3 amandelkoekjes rechtop staan.
12. Leg het fruit eromheen en bestrooi het dessert rijkelijk met poedersuiker.

Tips:

• Strooi een beetje versgemalen peper over de aardbeien; de smaak wordt daardoor versterkt.
• De eidooiers die overblijven, kunnen de volgende dag voor een omelet worden gebruikt.

Wijnadvies:

• Kies voor een fijne zoete wijn, zoals Monbazillac uit het zuidwesten van Frankrijk. Of zo’n lekker sappige Muscat de Rivesaltes of Muscat de Beaumes-de-Venise (9-11ºC).

Bron: Boodschappen 7 – 2004
Bereidingstijd: circa 30 minuten

• ½ kilo appels, geschild, in grove stukken
• 1 eetl. poedersuiker
• snufje kaneelpoeder
• 1 blikje ananasstukjes, uitgelekt (ca. 125 g)
• 80 g bloem
• 80 g boter, in blokjes
• 50 g suiker
• ca. 10 g extra boter voor het invetten van de vorm

Bereiding:

1. Verwarm de oven voor op 200°C. Bestrooi de stukken appel, waarvan de klokhuizen zijn verwijderd, met poedersuiker en kaneelpoeder. Roer de appel en ananas door elkaar.
2. Doe de bloem in een kom van een keukenmachine. Voeg de blokjes boter toe en druk enkele keren op de pulsknop. Het bloembotermengsel moet op grof broodkruim lijken.
3. Gebruik in plaats van een machine eventueel de vingertoppen van beide handen om bloem en boter met elkaar te mengen.
4. Doe het mengsel in een schaal en werk met een vork de suiker erdoorheen.
5. Smeer een ronde vuurvaste staal dun in met boter. Leg de appel- en ananasstukken in de schaal. Verspreid de deegkruimels over het fruit.
6. Bak deze crumble ca. 25 minuten in de oven tot de bovenkant goudbruin en krokant is. Serveer warm of lauw.

Tips: 

• Serveersuggestie: Geef bij een stuk crumble een bolletje ijs of lobbig geslagen, gezoete slagroom.
• Vervang de appel- en ananasstukjes door ander fruit. Gebruik het recept voor de bovenkant van de crumble als basisrecept.

Wijnadvies:

• U kunt hier een lichtzoete semi-seco of een Clairette de Die proberen.

Bron: Boodschappen 4 – 2007
Bereidingstijd: ca. 20 minuten (excl. oventijd)
Voedingswaarde: ca. 250 kCal (bij 4 personen)

• 2 eiwitten
• 40 g witte basterdsuiker
• 25 g bloem
• 10 g boter, gesmolten
• ½ zakje amandelschaafsel (a 45 g)
• 100 g mascarpone (Italiaanse roomkaas)
• 3 eetlepels poedersuiker
• 2 limoenen
• 2 sinaasappels
• Bakpapier

Bereiding:

1. Verwarm de oven voor op 200 °C. Roer de eiwitten los en zeef de basterdsuiker en bloem erboven.
2. Voeg de boter en een mespuntje zout toe en roer door elkaar tot een soepel beslag.
3. Bekleed de ovenplaat met bakpapier. Schep er zes eetlepels beslag op en strijk dat met de achterkant van een lepel dun uit tot zes cirkels van ø 10 cm.
4. Bestrooi de cirkels met amandelschaafsel en bak ze in 10 minuten goudbruin in de oven.
5. Vouw de amandelkoekjes dubbel en hang ze over een stok tot ze zijn uitgehard.
6. Roer de mascarpone met 2 eetlepels poedersuiker en het sap van 1 limoen tot limoencrème.
7. Schil de andere limoen en de sinaasappels. Snijd het vruchtvlees tussen de vliesjes uit en verdeel het over zes bakjes.
8. Doe er 1 eetlepel poedersuiker en een flinke lepel limoencrème op. Garneer met de amandelkrullen. Serveer direct.

Informatie:

Waarschijnlijk is mascarpone het bekendst als ingrediënt in het Italiaanse toetje tiramisu. Deze romige kaassoort bestaat al sinds 1600 en komt oorspronkelijk uit Lombardije (Noord-Italië). Maar sommigen zeggen dat de naam van het Spaanse ‘mas que bueno’ is afgeleid, dat ‘beter dan goed’ betekent.

Bron: AllerHande nummer 4 – 2007
Bereidingstijd: ca. 15 minuten + 10 minuten wachttijd
Voedingswaarde: 170 kCal per persoon

• 4 flensjes, klaar gekocht of zelf gebakken
• 2 grote of 3 kleine goudreinetten
• 3 eetlepels rozijnen
• 1 eetlepel custardpoeder of bloem
• 2 eetlepels bruine basterdsuiker
• 2 tot 4 eetlepels cognac
• mespunt kaneel

Bereiding:

1. Snijd de geschilde appels in blokjes. Doe de appel met de rozijnen in een kom en schep er het custardpoeder of de bloem, de basterdsuiker, de cognac en de kaneel door. Zet afgedekt een paar minuten op de hoogste stand in de magnetron en laat nagaren.
2. Warm de flensjes eveneens op in de magnetron. Verdeel de appelvulling over de flensjes en vouw ze dubbel.
3. Geef er desgewenst nog een bolletje vanille- of kaneelijs bij en garneer met slagroom uit de spuitbus of versgeklopte slagroom.

Tips:

• De cognac kan worden vervangen door calvados.

Bron: Boodschappen 8 – 1997 / recept van Petra van IJzerdoorn
Bereidingstijd: ca. 10 minuten