• 250 gram zachte boter
• 250 gram witte basterdsuiker
• 12 eieren
• 150 gram bloem
• 2 eetlepels cacaopoeder
• 1 zakje vanillesuiker
• ¾ eetlepel koek- en speculaaskruiden

Benodigdheden:

• Springvorm met een doorsnede van ca. 20 cm

Bereiding:

1. Klop in een kom de boter en de suiker met de handmixer in ca. 10 minuten tot een romig geheel.
2. Splits de eieren in dooiers en eiwitten (6 eiwitten apart houden). Klop één voor één de 12 eidooiers door het botermengsel. Spatel de bloem er voorzichtig doorheen.
3. Klop in een andere kom 6 eiwitten stijf (de andere eiwitten worden niet gebruikt).
4. Spatel de stijfgeklopte eiwitten voorzichtig door het beslag.
5. Doe de helft van het beslag in een andere kom en meng hier de cacaopoeder door.
6. Meng door de andere helft van het beslag de vanillesuiker en de koekkruiden.
7. Verwarm de gril voor en vet de springvorm in.
8. Schep 2-3 eetlepels van het koekbeslag in de vorm en strijk deze, met de bolle kant van een lepel, uit over de bodem tot een dun laagje van ca. 3 mm dik.
9. Zet de vorm ca. 15 cm onder de gril en laat het beslag in ca. 2 minuten stollen.
10. Schep vervolgens 2-3 eetlepels chocolade beslag erop en strijk deze uit tot een dun laagje van ca. 3 mm.
11. Zet de vorm weer onder de gril en laat het laagje in 2 minuten stollen.
12. Ga op dezelfde wijze verder met het koekbeslag bouw de spekkoek op totdat al het beslag op is. Eindig met een laagje chocoladebeslag.
13. Schakel de gril uit en laat de spekkoek nog ca. 10 minuten in een open oven staan. Laat de koek in de vorm afkoelen.

Tip:

• Laat de koek nog 1 dag staan voor een extra lekkere smaak!
• Voeg een halve theelepel gemalen kruidnagel toe aan het blanke beslag voor een iets pittigere smaak.

Bron: Eigen recept geïnspireert op het recept uit AH Recepten Indonesië
Bereidingstijd: ca. 2 uur
Voedingswaarde: ca. 465 kCal per portie

Voor de bodem:

• 250 gram koekkruimels van volkorenbiscuits
• 80 gram gemolten boter

Voor de vulling:

• 10 gelatineblaadjes (geweekt in koud water)
• 60 ml water
• 500 gram magere kwark
• sap van 1 citroen
• 100 gram witte basterdsuiker
• 2 dl halfstijfgeklopte slagroom
• 350 gram bosbessen

Voor de garnering:

• Slagroom
• Muntblaadjes

Bereiding:

1. Maak de kruimelkorst door de koekkruimels en gesmolten boter goed door elkaar te mengen. Verdeel het deeg over de bodem en de rand van een ingevette springvorm van ongeveer 22 cm doorsnede. Laat deze ongeveer 20 minuten opstijven in de koelkast.
2. Breng in de tussentijd het water aan de kook, haal de pan van het vuur en los de uitgeknepen gelatineblaadjes op in het gekookte water.
3. Roer de kwark glad met het citroensap en de suiker en roer er spatel er vervolgens voorzichtig de halfstijf geslagen slagroom door. 
4. Houd ca. 100 gram bosbessen apart voor de garnering en pureer de overige bosbessen met een mixer. Voeg de helft van de opgeloste gelatine bij de bosbessenpuree en de andere helft bij het kwarkmengsel.
5. Giet het kwarkmengsel en het bosbessenmengsel door elkaar op de bodem in de bakvorm en laat de taart in ca. 4 uur opstijven in de koelkast. Snijd er mooie punten van en garneer deze met een toefje slagroom, de achtergehouden bosbessen en eventueel een blaadje munt.

Wijnadvies:

• Een glaasje ijskoude Coebergh bessen zal hier heerlijk bij smaken.

Succestip:

• Dit dessert kan gemakkelijk 1 of 2 dagen van tevoren worden gemaakt.

Bron: Spar Succesrecepten
Bereidingstijd: 15 min + 20 minuten opstijven + 4 uur opstijven
Voedingswaarde per portie: ca. 453 kcal

• 1 pak mix voor Sachertorte (of basisrecept zoals hieronder)
• 150 gr boter
• 4 eieren
• 5 eetlepels koud water
• 150 gr in mooie papiertjes verpakte chocoladepaaseitjes of een andere paasversiering zoals kuikentjes van suiker kleine haasjes van chocola, e.d.

Ingrediënten basisrecept:

• 175 gr bittere chocola
• 6 eieren
• 160 gr boter
• 160 gr suiker
• 160 bloem
• 1 zakje vanillesuiker
• circa 8 eetlepels abrikozenjam

Voor de glazuur:

• 150 gr poedersuiker
• circa 3 eetlepels water
• 2 eetlepels cacao

Bereiding:

1. Volg de aanwijzingen op de verpakking van de Sachertortemix of maak de taart volgens het basisrecept hieronder.
2. Druk de paaseitjes (of andere versiering) in de nog warme laag chocoladeglazuur. De versiering zit vast zodra de chocoladelaag is gestold.

Bereidingstijd: circa 15 minuten (zonder oventijd)

Bereiding basisrecept:

1. Breek de chocola in stukjes. Splits de eieren.
2. Smeer bodem en zijkanten van een springvorm (Ø ca. 22 cm) in met boter. Verwarm de oven voor op 180°C.
3. Klop de eiwitten stijf met 60 g suiker. Smelt de chocola au bain marie. Roer de boter en 100 g suiker door de chocola tot een schuimig mengsel.
4. Voeg één voor één al roerend de eidooiers toe. Spatel er de stijfgeklopte eiwitten door. Roer de bloem en de vanillesuiker door dit mengsel. Stort het mengsel in de springvorm.
5. Bak de taart in ongeveer 45 minuten gaar. Laat iets afkoelen en snijd de randen los van de springvorm. Verwijder de rand van de springvorm. Laat de taart afkoelen.
6. Snijd de taart met behulp van een groot mes horizontaal doormidden. Besmeer de onderste helft met abrikozenjam. Leg de bovenste helft er weer op.
7. Maak nu de chocoladeglazuur waarmee de taart, inclusief de randen, wordt besmeerd. Doe de poedersuiker en de cacao in een kom. Roer er beetje bij beetje water door.
8. Schep de glazuur, zodra het mengsel smeerbaar is geworden, op het midden van de taart. Verspreid de glazuur met een mes of spatel over de taart.

Tips:

• In plaats van de traditionele abrikozenjam kan de taart ook gevuld worden met bijvoorbeeld aarbeienjam of marmelade.
• Versier de taart met gepelde ongezouten walnoten die in de nog vochtige glazuur worden gedrukt.

Bron: Boodschappen nummer 3 – 2001
Bereidingstijd: 30 minuten (oventijd niet meegerekend)

• 500 gr stevige appels (bijvoorbeeld Jonagold of Elstar)
• 25 g boter
• 3 eetlepel calvados of cognac
• 25 gr suiker
• 50 gr rozijnen
• 1 theelepel kaneel
• 75 gr bloem
• snufje zout
• 1 zakje vanillesuiker
• 25 gr poedersuiker
• 2 eieren
• 1 dl melk

Voor de saus:

• ⅛ liter slagroom
• 2 eetlepels koffieroom
• 3 eetlepels advocaat
• 1 eetlepels basterdsuiker
• 2 eetlepels geschaafde amandelen

Bereiding:

1. Schil de appels, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in dunne partjes.
2. Smelt de boter en bak hierin de appelpartjes lichtbruin.
3. Voeg calvados, suiker, rozijnen en kaneel toe. Laat het appel-rozijnen-mengsel afkoelen.
4. Verwarm de oven voor op 180°C. Vet een ovenschaal (20 x 20 cm) of een springvorm Ø 22 cm in.
5. Zeef de bloem. Voeg zout, vanillesuiker, poedersuiker en eieren toe. Klop dit tot een dik beslag.
6. Schep de appelpartjes en rozijnen uit de pan en leg ze in de ovenschaal.
7. Vul het appelvocht aan met melk tot 2 dl. Roer het door bet beslag en schenk dit in de vorm.
8. Bak de clafoutis in het midden van de oven in 25 à 30 minuten goudbruin.
9. Meng voor de saus de slagroom met de koffieroom, advocaat en basterdsuiker. Klop dit mengsel lobbig.
10. Rooster de amandelen goudbruin in een droge koekenpan. Strooi ze over de clafoutis en presenteer de advocaatsaus erbij.

Info:

Clafoutis staat voor een dessert afkomstig uit de Franse Limousin. Oorspronkelijk werd dit gerecht gemaakt van zwarte kersen waarover een vrij dik flensjesbeslag werd gegoten waarna het in een matig hete oven werd gebakken. Voor een clafoutis zijn er trouwens, zoals uit het recept blijkt, talloze variaties denkbaar; van traditionele zwarte kersen tot allerlei andere vruchten. Het woord is afkomstig uit het dialect van de Limousin: clafir wat zoveel als ‘vullen’ betekent.

Wijnadvies:

• Heerlijk verfrissend smaakt een Splätlese of Auslese van Rijn of Moezel. De juiste schenktemperatuur is 9 tot 11°C.

Bron: Boodschappen 3 – 2001
Bereidingstijd: 40 minuten

• 2 perssinaasappels
• 2 eetlepels geraspte sinaasappelschil
• 3 eetlepels rum of cognac
• 1 liter slagroom
• 4 eetlepels suiker
• 1 rol volkoren biscuitjes (circa 20 stuks)
• cacaopoeder

Bereiding:

1. Pers de sinaasappels uit. Doe het sap in een kom. Laat de sinaasappelrasp een uur in het sap weken. Schep de schilletjes eruit en leg ze in rum of cognac. Zet een langwerpige platte schaal klaar.
2. Klop de helft van de slagroom met de helft van de suiker stijf. Doop elk koekje heel kort in het sinaasappelsap. Zorg dat de koekjes heel blijven.
3. Besmeer één kant met een dunne laag slagroom. Plak hier een even in het sap gedoopt koekje, eveneens aan één kant met slagroom gesmeerd met de onbesmeerde kant tegen aan.
4. Maak 2 of 3 stapeltjes. Ga zo door tot alle koekjes zijn verwerkt. Leg de stapeltjes horizontaal op een schaal en druk de verschillende stapeltjes tegen elkaar aan. Er ontstaat nu een ‘boomstam’ van koek.
5. Klop de rest van de slagroom met de overgebleven suiker stijf. Besmeer de boomstam met behulp van een paletmes of een breed mes rondom met de slagroom.
6. Zet de boomstam afgedekt met folie in de koelkast. Bestrooi hem vlak voor het opdienen met sinaasappelrasp en een beetje cacaopoeder.
7. Garneer de boomstam eventueel met decoratiechocola. Snijd de rol aan tafel met een scherp mes in stukken.

Tips:

• Van dit gerecht kunnen ook éénpersoons boomstammetjes worden gemaakt. Verdeel het aantal biscuitjes in vieren of zessen en volg de aanwijzingen in het recept.
• Maak een dikke boomstam: vervang de volkoren biscuitjes door jodenkoeken.

Wijnadvies:

• Kies voor een zacht type Monbazillac. Zijn fijne zoetheid zal naadloos aansluiten bij de boomstam die hier beschreven wordt (9-11ºC).

Bron: Boodschappen 11 – 2004
Bereidingstijd: circa 25 minuten